Hoi,
Als ze huishoudster was geweest, had dat waarschijnlijk ook wel in het BevolkingsRegister bij Beroep gestaan,
Nu staat er bij de opm. nog wel: Werkelijk vertrek - 12 mei 1879. Naar voor mij onleesbaar - ergens in Utrecht.
https://historischcentrumleeuwarden.nl/ ... rt#commentHier is ook duidelijk 161 ingetekend, huidig nummer 17 in potlood erboven - en 151 5 huizen verderop.
Het was wat verwarrend of het wel ZuiderGrachtswal was -
In de omschrijving die onder de kaart staat, liggen de meeste straten van wijk U achter de OosterGrachtswal. Maar die heeft geen 161.
HCL heeft voor huisonderzoek dit:
Adresboeken (1856-1971)
Hierin worden zowel alfabetisch als adresgewijs alle gezinshoofden en alleenstaanden opgesomd.
Woningkaarten (1924-c.1950)
Deze geven per woning de opeenvolgende hoofdbewoners alsmede de vestigings- en vertrekdata.
Staten Woningonderzoek 1903-1904
De administratieve neerslag van een grootscheeps onderzoek in het kader van de Woningwet naar de woonomstandigheden van de Nederlanders; zeer veel detailinformatie over het interieur, lichtscheppingen, aantal kubieke meters leefruimte per inwoner, adviezen voor onbewoonbaarverklaring, etc.
Wijkkaarten 1843 en 1876
Zeer gedetailleerde plattegronden van de diverse wijken van de stad met vermelding van de huisnummers.
Gedrukte wijkregisters 1843 en 1876
Voor 1876 werden de huizen per wijk aan één stuk door genummerd, b.v. F1 tot en met F402, ongeacht aan welke straten de huizen waren gelegen; na 1876 ging men over tot huisnummering per straat. Om het oude huisnummer te achterhalen dient het gedrukte wijkregister van 1876 te worden geraadpleegd. Het gedrukte wijkregister van 1843 geeft aan in welke Wijk (met voormalige espelaanduiding) een woning was gelegen (belangrijk voor het onderzoek in de periode voor 1808).
Wijkboeken (1843-1924)
Hierin staan per woning de opeenvolgende hoofdbewoners met hun gezinsleden ingeschreven, met vermelding van geboortedatum, geboorteplaats, beroep, eventueel overlijdensdatum, datum vestiging in wijk, datum vertrek uit wijk, plaats/wijk vanwaar gekomen, plaats/wijk waar naartoe vertrokken.
Bevolkingsregister (1850-1876)
Het bevolkingsregister was tot 1877 adresgewijs ingedeeld en biedt tot dat jaar grotendeels dezelfde informatie als de wijkboeken.
De informatie die je zoekt, zou in de Wijkboeken kunnen staan.
Wijknummers, straatnamen en hernummering
Bij onderzoek naar de geschiedenis van een huis, moet u er rekening mee houden dat de huisnummering en de wijkaanduiding door de jaren heen enkele malen veranderd is. Wat nu bijvoorbeeld het adres Kelders nr. 33 is (het geboortehuis van Mata Hari), was in 1876 Kelders, wijk L nr.195 en in 1843 Kelders, wijk H nr. 24.
Vóór 1843 was de stad verdeeld in enkele kwartieren, de zogenaamde espels, die weer onderverdeeld waren in wijken.
Ook straatnamen zijn niet altijd hetzelfde gebleven.
Voor 1876 werden de huizen per wijk doorlopend genummerd, bijvoorbeeld H1 tot en met H130, ongeacht aan welke straten de huizen waren gelegen. Iemand met het adres H24 woonde dus in wijk H, op huisnummer 24.
Na 1876 ging men over tot huisnummering per straat. Om het oude en het nieuwe huisnummer te achterhalen kunt u de concordantie van de wijkboeken van 1876 en 1843 met elkaar vergelijken; deze is in het informatiecentrum van het HCL aan de Groeneweg aanwezig.
De voormalige espelaanduiding is belangrijk voor onderzoek in de periode voor 1808.
Als u dus in het bevolkingsregister, in akten of kranten vóór 1876 een bepaald adres vindt, dan weet u dat dit adres niet overeenkomt met het huidige adres. U zult daarom moeten uitzoeken welke huisnummers en wijknummers een pand in de loop van de tijd heeft gehad, om te voorkomen dat u de geschiedenis van het verkeerde pand uitzoekt.
groet Margreet